Wat gaat het college daarvoor doen?
Sociale basis
Ontmoeting en ondersteuning in de wijk
We halen vanuit de wijken en bij onze inwoners op wat nodig is om iedereen te kunnen laten meedoen in de samenleving. We zorgen samen met onze gesubsidieerde maatschappelijke partners voor de invulling daarvan. Die doen we middels sociale basisvoorzieningen in onze gemeente, zoals het welzijnswerk, jongerenwerk, (jeugd-) maatschappelijk werk, ontmoetingsplekken en ondersteuning van kwetsbare groepen van jong tot oud. Daarnaast stimuleren en ondersteunen we het vrijwilligerswerk en mantelzorgers.
Naar behoefte organiseren we activiteiten in de wijken. En stimuleren we sociale verbinding en leefbaarheid door de inzet van een sociaal werker van het welzijnswerk ("community building") en de inzet van buurtbemiddeling bij conflicten tussen buren (door vrijwilligers, ondersteund door een professioneel sociaal werker). Met deze activiteiten sluiten we aan bij de integrale wijkaanpak in onze gemeente.
Gezond en actief leven
We werken aan de opgaven uit het landelijk vastgestelde Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Het Rijk voorziet een noodzakelijke transformatie van medische zorg naar preventie. We ondersteunen inwoners op allerlei manieren om zelf gezond en actief te blijven en ook elkaar daarbij te ondersteunen. Met name in de wijken waar gezondheidsachterstanden het grootst zijn. Dit zijn de wijken waar ook de wijkaanpak wordt uitgevoerd. We sluiten daar zoveel mogelijk op aan. Voor de uitvoering van deze omslag krijgt de gemeente extra budgetten (brede SPUK Gezondheidsbevordering en SPUK IZA).
In 2026 investeren we onder meer in basisvoorzieningen (ontmoeting, ondersteuning en gezondheidsactiviteiten) in de wijk. Zoals het organiseren van activiteiten in de wijken die de grootste gezondheidsachterstanden hebben. We leggen daarbij de verbinding met de MRA Regiodeal, die inzet op groen en gezondheid in de betreffende wijken. Inwoners en organisaties worden daarbij betrokken. We sluiten aan bij wat inwoners zelf belangrijk vinden.
Vergrijzing
In de Kadernota 2026 heeft de raad ingestemd om een deel van de middelen die we van het rijk ontvangen voor ‘Wmo Demografie’ in te zetten. Dit zijn middelen waarmee we de stijgende ondersteuningsvraag door de vergrijzing kunnen opvangen. We zetten hiermee vanaf 2026 extra in op eenzaamheid en ontmoeting, ondersteuning van mantelzorgers, respijtzorg (logeerplekken) en zorgvrijwilligers. We doen dit samen met de zorgpartijen waarmee we in 2025 samen de Woonzorgvisie hebben opgesteld.
Het toenemende aantal inwoners met dementie vraagt om het versterken van de aandacht voor (omgang met) dementerenden.
Participatieraad
De Participatieraad Sociaal domein denkt en helpt mee bij het betrekken van cliënten en inwoners bij actuele sociale vraagstukken. In 2026 zijn onder andere armoedebeleid, jeugd en toegankelijkheid van de openbare ruimte belangrijke thema's.
Wijkteams (Toegang)
Het Sociaal team Beverwijk is de toegang tot ondersteuning in het Sociaal domein. Met onze vijf kernpartners bereiken we in 2026 meer inwoners. We werken op basis van een geactualiseerde Samenwerkingsovereenkomst. Ook meten we de klanttevredenheid. We breiden de pilot "GGZ in de Wijk" in het Sociaal team uit. We vereenvoudigen de digitale verwijzing van huisartsen naar het Info en Aanmeldpunt van het Sociaal team. Inwoners worden ondersteund op allerlei levensgebieden (geldzorgen, sociale activering, woonproblemen etc.). We doen een brede uitvraag en komen bij mensen thuis. We dragen bij aan de wijkaanpak van de gemeente met spreekuren en activiteiten in verschillende aandacht wijken en deelname aan de ‘Schoon, heel en veilig’ dagen. In het pand Breestraat 85 draaien we een pilot met wekelijkse inloopspreekuren.
Het Sociaal team krijgt een steeds grotere rol in de verbinding tussen sociaal en medisch domein (als onderdeel van de IZA-Transformatieplannen, zie onder programma 7 Volksgezondheid). In 2026 wordt met de medische zorgpartners en de zorgverzekeraar uitgewerkt hoe dit kan worden vormgegeven en bekostigd.
Jeugd
Beleidsplan Jeugd IJmond
In 2025 heeft het college verder invulling aan het beleidsplan Jeugd IJmond 2023-2027. De uitgangspunten hierbij zijn:
- Regie voeren, verbinden en versterken;
- Versterken van de sociale basis;
- Structurele participatie van jeugdigen en ouders bij het maken en uitvoeren van beleid;
Het beleidsplan Jeugdhulp IJmond 2023-2027 wordt in 2026 geëvalueerd in samenspraak met de gemeenten van de Jeugdhulpregio’s Zuid-Kennemerland, IJmond, de consortia jeugdhulp en andere stakeholders, waaronder het onderwijs.
Complexe scheidingen
In april 2024 is gestart met een pilot Gezinsadvocaat. Het doel van de pilot is om de aanpak van complexe scheidingen in de jeugdhulpregio’s IJmond en Zuid-Kennemerland te verbeteren, zodat ouders en kinderen in het gezinssysteem beter geholpen en ondersteund worden bij hun scheiding. De kans op escalatie wordt hierdoor verminderd, waardoor het risico op (ernstige) ontwikkelingsproblemen voor kwetsbare jongeren wordt verkleind. De pilot is in 2025 geëvalueerd. Er wordt onderzocht of de pilot voortgezet kan worden in 2026 en of hier extra financiële middelen voor nodig zijn.
Speaking Minds
Het college zet zich ervoor in om de jeugd vroegtijdig te betrekken bij de beleidsvorming. Aan de hand van het project Speaking Minds, Save the Children, zijn jongeren betrokken geweest bij het maken van gemeentebeleid. Jongeren hebben binnen het project hun behoeften en wensen aangegeven. Het project bestond uit verschillende bijeenkomsten, waarin de jongeren onder andere in gesprek gingen met professionals / ervaringsdeskundigen en ze zijn op veldbezoek geweest. De jongeren hebben hun adviezen gedeeld met de gemeente. In 2026 worden de adviezen van de jongeren verder uitgewerkt en geïmplementeerd.
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) indexatie
Het indexatiepercentage van het CJG was vorig jaar niet in lijn met het gemeentelijk gehanteerde indexatiepercentage. Bij de voorjaarsnota is deze afwijking gecorrigeerd.
CJG binnen stevige lokale teams
De Hervormingsagenda jeugd vraagt dat de gemeenten hun stevig lokale teams vormen die zelf hulp bieden. Het CJG speelt hierin een belangrijke rol. Om de omvang en expertise van het CJG aan te sluiten op de huidige hulp vraag van de jeugdigen en gezinnen is hier vanaf 2026 structureel meer inzet op nodig. De inzet voor extra formatie betreft voor Beverwijk vanaf 2026 en verder met aanvullende expertise passend bij de problematiek in Beverwijk.
CJG-coaches
Aan alle scholen in het primair en voortgezet onderwijs zijn op dit moment vaste CJG-coaches verbonden. Het CJG kan met de informatie, ondersteuning en expertise aansluiten op de plaatsen waar kinderen en ouders toch al zijn en waar zij hun vragen stellen, waaronder de scholen. Het CJG adviseert de leerkrachten, ouders en kinderen tijdig wanneer er zorgen zijn over de ontwikkeling van een jeugdige.
Met nabijheid en beschikbaarheid kan het CJG zo vroeg als mogelijk worden betrokken en zijn zij gericht op normaliseren waar mogelijk en bieden ze (lichte) hulp. Daarnaast is het deel uitmaken van het schoolteam een belangrijk onderdeel. Er komt een betere samenhang tussen hulp thuis en na school. Daarnaast kunnen ze waar nodig specialistische jeugdhulp inzetten.
POH Jeugd
Door een goede samenwerking tussen de huisartsen en het CJG kunnen kinderen en jongeren dichtbij thuis de hulp krijgen die zij nodig hebben. Beide hebben een rol in het normaliseren van opvoed- en opgroei vragen of moeilijkheden. Het zorgt ook dat specialistische jeugdhulp tijdig kan worden ingezet.
Jeugd maatschappelijk werk op OAB- scholen
Een preventief aanbod op school maakt de hulp toegankelijk en voorkomt dat jongeren die hulp nodig hebben te laat worden opgemerkt en daardoor duurdere jeugdhulp nodig is. Het gaat om een brede opgave in de wijken die extra aandacht vragen. Om juist de kwetsbare kinderen met extra ondersteuningsbehoeften vroegtijdig in beeld te hebben is het inzetten van partners in het huidige schoolnetwerk op de OAB-scholen om de jongeren heen van belang.
Jongerenwerk op VO-scholen
In 2026 wordt er jongerenwerk ingezet op 4 VO scholen; Dali College, Forta, SKILLS vmbo en Castor College. Deze scholen staan op en rond het grensgebied van gemeente Heemskerk en Beverwijk.
Groepstrainingen Jeugd
De groepstrainingen op het gebied van sociale vaardigheden, sociale weerbaarheid, ondersteuning van kinderen bij ouders die gaan scheiden worden in 2026 voortgezet.
Jeugdhulp
De afgelopen jaren is de druk op het jeugdhulpstelsel toegenomen. De hulpvraag groeit, de problematiek wordt complexer en tegelijkertijd is er een tekort aan professionals. Het samenwerken – met professionals in het veld, met ouders en jongeren, en met partners in onderwijs, zorg, veiligheid en welzijn is hierom van belang. Om beweging te krijgen in het stelsel is er door de gemeenten uit het jeugdhulpstelsel ZKIJ een innovatiebudget beschikbaar gesteld. De innovaties hebben als doel om de meervoudige jeugdhulp te verbeteren en de huidige wachtlijsten in onze regio voor jeugdhulp te verkorten. De voorstellen sluiten aan bij landelijke ontwikkelrichtingen, versterken het lerend vermogen van de regio, en kennen een innovatieve of doorontwikkelde aanpak. De uitwerking van de innovatievoorstellen lopen door in 2026.
Wet verbetering beschikbaarheid Jeugdhulp
Gemeenten zijn op grond van de Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg (2025) verplicht om regionaal samen te werken in een jeugdhulpregio en hiervoor een gemeenschappelijke regeling te treffen. Deze wettelijke verplichting heeft als doel om de beschikbaarheid, toegankelijkheid en samenhang van (hoog)specialistische jeugdhulp te versterken. De zeven gemeenten in de IJmond en Zuid-Kennemerland geven hieraan invulling. Hiermee realiseren we de gezamenlijke ambitie om te komen tot een samenhangend, effectief en toekomstbestendig stelsel van jeugdhulp in de regio.
Regiovisie Jeugdhulp Zuid-Kennemerland en IJmond
In 2021 hebben de jeugdhulpregio’s IJmond en Zuid-Kennemerland een Regiovisie opgesteld, met als hoofddoelstelling ‘Samen staan we voor de opgave te zorgen voor goede jeugdhulp die aansluit bij de behoeften en mogelijkheden van jeugdigen, ouders en gezin én die betaalbaar is, nu en in de toekomst’. In 2026 wordt er een eerste start gemaakt met de evaluatie van de huidige regiovisie.
Hervormingsagenda Jeugd
De Hervormingsagenda Jeugd 2023–2028 is in juni 2023 vastgesteld door het Rijk, de VNG, jeugdhulpregio’s en partners in het veld, en bevat gezamenlijke afspraken om het jeugdstelsel fundamenteel te verbeteren en duurzaam houdbaar te maken op de volgende onderwerpen:
- Reikwijdte: jeugdhulpplicht voor de meest kwetsbare jeugdigen en gezinnen;
- Jeugdhulp steviger verbinden aan aanpalende domeinen zoals het onderwijs, volwassen-ggz en bestaanszekerheid;
- Stevige lokale teams en toegang;
- Terugdringen residentiële jeugdhulp: zo thuis mogelijk;
- Kwaliteitsverbetering en blijvend leren;
- Verbeteren van de organisatie en inkoop van specialistische jeugdzorg;
- Eenvoudigere uitvoering en inkoop, minder administratieve lasten en aanpak negatieve effecten marktwerking;
- Verbeteren inzicht in het functioneren van het jeugd(hulp)stelsel met data en monitoring.
In 2026 wordt hier zowel lokaal als regionaal nader invulling aangegeven.
Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming
Het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming (TKS) beoogt een structurele verbetering van de ondersteuning en bescherming van gezinnen én huishoudens zonder minderjarige kinderen (0–100) bij huiselijk geweld en kindermishandeling. Een belangrijk onderdeel van het scenario is de vorming van regionale veiligheidsteams. Dit zijn zelfstandig opererende publieke organisaties onder decentrale aansturing, ingericht op het schaalniveau van de 25 veiligheidsregio’s. Deze teams brengen functies en bevoegdheden samen van de gecertificeerde instellingen, Veilig Thuis en deels de Raad voor de Kinderbescherming. Daarnaast richt het TKS zich op het versterken van lokale (wijk)teams, die als laagdrempelige toegang fungeren. Lokale teams halen de expertise van het veiligheidsteam erbij waar nodig, in plaats van over te dragen. De kern is samenwerking met elkaar in plaats van na elkaar – om zo één samenhangend en duurzaam traject van hulp en bescherming te bieden en te voorkomen dat gezinnen van loket naar loket worden gestuurd. In de regio Zuid-Kennemerland en IJmond krijgt deze beweging vorm in het regionale Koersplan Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (HGKM). Ook de jeugdhulpregio Haarlemmermeer valt onder dit koersplan. Het gaat om de versterking van integrale ondersteuning bij complexe problematiek, het voorkomen van uithuisplaatsingen en het verbinden van domeinen als veiligheid, onderwijs en jeugdhulp. Er wordt gewerkt aan een samenhangende en uitvoerbare aanpak, met gedeelde verantwoordelijkheid voor gezinnen die ondersteuning nodig hebben op meerdere leefgebieden.
Uitvoeringsplan Jeugdhulp ZKIJ
Gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk voor het organiseren van passende jeugdhulp. Aan de hand van een uitvoeringsplan Jeugdhulp geven de zeven gemeenten in de regio Zuid-Kennemerland en IJmond gezamenlijk invulling aan deze opdracht. We bouwen voort op de eerder ingezette koers, zoals vastgelegd in de Regiovisie Jeugdhulp, de contractuele afspraken rond de samenwerking met aanbieders van intensieve (meervoudige) en meer generalistische jeugdhulp, en de landelijke Hervormingsagenda Jeugd.
Daarnaast anticiperen we op nieuwe wettelijke kaders, waaronder het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit Jeugdwet (Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg, 2024), waarin de verplichting tot regionale samenwerking via een gemeenschappelijke regeling wordt vastgelegd.
Het programmaplan heeft betrekking op de gehele regionale samenwerking binnen de jeugdhulp, met focus op de domeinen waar gemeenten samen verantwoordelijk zijn voor inkoop, sturing en ontwikkeling van zorgaanbod. De kern van de opgave ligt in het versterken van het regionale jeugdhulpstelsel. Het ontwikkelen van passende werkwijzen én het daadwerkelijk realiseren van verandering in de praktijk. Dit doen we samen met onze partners zoals CJG, consortia, GI en passend onderwijs, stapsgewijs, met oog voor continuïteit, uitvoerbaarheid en draagvlak. Zie ook programma 4 Onderwijs.
Maatwerkvoorzieningen Wmo
Huishoudelijke Ondersteuning
De Huishoudelijke Ondersteuning is in 2025 samen met de IJmondgemeenten en Bloemendaal en Heemstede opnieuw aanbesteed. De AMvB 'reële prijs Wmo 2015' regelt hierbij hoe een reële kostprijs moet worden vastgesteld. Op basis hiervan dienen gemeenten de zorgaanbieders een reëel tarief te betalen voor de ondersteuning die zij leveren. Dit resulteert in een nieuw uurtarief in 2025 voor Huishoudelijke ondersteuning, tot wel 20% hoger dan het oude tarief zoals dat in 2025 van toepassing was.
Omzetten van de maatwerkvoorziening dagbesteding Wmo voor mensen met beginnende dementie in een algemene voorziening
Dagbesteding voor mensen met (beginnende) dementie is nu een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo, waarvoor een individuele indicatie nodig is. Hiervoor in de plaats kan, samen met een zorgaanbieder, ook een algemene voorziening worden ingesteld, voor de doelgroep toegankelijk zonder indicatie. De gemeenten Heemskerk en Velsen hebben een dergelijke voorziening en dit werkt aantoonbaar kostenbesparend. Dit vergt wel een investering vooraf, omdat hiervoor is een projectleider nodig is.
Aanbestedingen
In 2026 zullen de aanbesteding begeleiding, dagbesteding, hulpmiddelen en sociaal medisch advies van start gaan.
Stallingskosten scootmobielen op grond van de Wmo
Door een aanpassing van het bouwbesluit kunnen scootmobielen niet langer in algemene ruimten van flatgebouwen gestald worden. Hierdoor zijn pandeigenaren verplicht om een passende voorziening te realiseren en waar dit onmogelijk is, is de gemeente verplicht om zogeheten cubes te plaatsen.
Werk en Inkomen
Uitkeringen en minimabeleid
Het college draagt een belangrijke verantwoordelijkheid in de uitvoering van de Participatiewet. Deze wet is bedoeld om zoveel mogelijk mensen – met of zonder arbeidsbeperking – aan het werk te helpen of te laten deelnemen aan de samenleving. Tegelijkertijd is het vangnet van de bijstandsuitkering een cruciaal onderdeel van het gemeentelijk sociaal beleid, waarbij bestaanszekerheid centraal staat. Het versterken van bestaanszekerheid waarbij inwoners ook met andere vormen van ondersteuning of inkomensregelingen te maken krijgen zoals zorg, schuldhulpverlening, integratie of onderwijs. De nadruk ligt op domein overstijgende vraagstukken in het stelsel, waarin trajecten goed op elkaar aan dienen te sluiten.
Het college geeft op een mensgerichte en flexibele wijze invulling aan de Participatiewet en de Participatiewet in Balans. De inwoner staat daarbij centraal, met drie belangrijke ontwikkelingen:
- Het college stimuleert mensen om actief te blijven of weer actief te worden via werk, vrijwilligerswerk of maatschappelijke bijdrage. Zo worden inwoners in hun kracht gezet en wordt zelfredzaamheid vergroot.
- Er komt meer ruimte voor maatwerk, waardoor gerichte sociale en psychologische begeleiding mogelijk wordt. Dit helpt inwoners meer balans te vinden in hun leven. Daarnaast biedt het college de gebruikelijke financiële ondersteuning.
- Een nauwe samenwerking met andere beleidsterreinen past bij een integrale aanpak en vergroot de effectiviteit van beleid, zoals o.a. de samenwerking met zorg (Wmo), jeugd, inburgering, schuldhulpverlening, onderwijs, etc.
Re-integratiedienstverlening voor een toekomstige arbeidsmarkt
De drie gemeenteraden hebben in juni/juli afzonderlijk van elkaar besloten om de re-integratiedienstverlening via een eigen aanpak vorm te geven binnen de eigen beleidskaders en beschikbare budgetten. Tegelijkertijd werken we IJmondiaal/regionaal samen waar dit meerwaarde biedt. De gemeenten gaan een transitieplan uitwerken waarbij er aandacht is voor de toekomstige rol van IJmond Werkt! In november 2025 wordt een IJmondiale raad georganiseerd waarin het transitieplan wordt besproken. Naar verwachting wordt het transitieplan in het 1e kwartaal 2026 aan het college aangeboden.
Brede visie op bestaanszekerheid en armoede
Mensen met een laag inkomen, of die in armoede leven, hebben vaak problemen op meerdere leefgebieden.
Het college biedt in een vorm van een pilot, ondersteuning aan inwoners die te maken hebben met moeilijkheden op het gebied van wonen, financiën, gezin, gezondheid en werk of dag invulling.
Deze voorgenoemde vijf leefgebieden, ontwikkeld in de Hersteloperatie Toeslagenaffaire, grijpt het college aan om in te zetten op maatwerk, integrale samenwerking en mensgerichte dienstverlening.
Dit doet het college samen met de partners uit het sociaal domein, zoals scholen, corporaties en welzijnsinstanties. Ook is er samenwerking tussen beleidsterreinen om bijvoorbeeld de energiearmoede aan te pakken en de energierekening voor kwetsbare huishoudens betaalbaar te houden. Het Instituut voor Publieke Waarden (IPW) ondersteunt het college bij het opzetten en uitvoeren van de pilot.
Uitvoering Wet hersteloperatie toeslagen
Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering van de hersteloperatie Toeslagenaffaire. In dit kader wordt intensieve ondersteuning geboden aan gedupeerde ouders en gezinnen met als doel het herstellen van vertrouwen, stabiliteit en toekomstperspectief.
De aanpak is integraal en mensgericht. Diverse doelgroepen, waaronder ouders, ex-partners, kinderen en andere betrokkenen, worden geholpen om een nieuwe start te maken op de vijf leefgebieden zoals benoemd door het Rijk: wonen, financiën, gezin, gezondheid en werk of dag invulling.
Het college werkt hierbij nauw samen met lokale partners zoals welzijnsorganisaties, schuldhulpverlening, ggz-aanbieders en onderwijsinstellingen. Door regie te voeren op maatwerktrajecten en de inzet van vaste contactpersonen, zorgt het college voor samenhangende ondersteuning die aansluit op de persoonlijke situatie van inwoners.
Met deze inzet draagt het college bij aan duurzaam herstel en het bevorderen van bestaanszekerheid, perspectief en maatschappelijke participatie van getroffen gezinnen.
Schuldhulpverlening
Het college blijft zich actief inzetten om schulden bij zowel inwoners als ondernemers te voorkomen. Als er toch financiële problemen ontstaan, wordt er gezocht naar een passende oplossing. Dit gebeurt in samenwerking met maatschappelijke dienstverleners, het Sociaal Team Beverwijk, vrijwilligersorganisaties en andere samenwerkingspartners.
Een belangrijk onderdeel hiervan is vroegsignalering, het tijdig herkennen van geldproblemen, en het bieden van schuldhulpverlening op maat. Hierbij is er extra aandacht voor het voorkomen van huisuitzettingen.
Daarnaast is er specifieke ondersteuning beschikbaar voor ondernemers die in de schulden zijn geraakt. De toegang tot hulp blijft laagdrempelig en alle informatie wordt duidelijk en eenvoudig uitgelegd, zodat iedereen die hulp nodig heeft snel en goed geholpen kan worden.
Inburgering
Het college ondersteunt inburgering plichtige inwoners door inburgeringstrajecten aan te bieden. Deze trajecten bestaan uit taallessen, taalactiviteiten en activiteiten gericht op participatie. Het college biedt de trajecten aan in verschillende leerroutes.
Doordecentralisatie Beschermd wonen en opvang
Het wetsvoorstel ‘Woonplaatsbeginsel voor Beschermd Wonen’ regelt de doordecentralisatie van het Beschermd Wonen naar alle gemeenten. Na herhaaldelijk uitstel heeft de regio Zuid-Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer in 2023 besloten niet langer te wachten en zijn we op 1 januari 2024 gestart met de gezamenlijke sturing op beschermd wonen vanuit een Gemeenschappelijk Orgaan. Vanuit de beweging van verblijf in voorzieningen voor Beschermd Wonen (BW) naar ondersteuning thuis (Beschermd Thuis) is de toegang vanaf 1 januari 2025 lokaal geregeld. Zodat inwoners met een psychische kwetsbaarheid, in aansluiting op de lokale WMO en met passende ondersteuning, zo gewoon mogelijk kunnen wonen in hun eigen omgeving en in de buurt van hun sociale netwerk.
Visie huisvesting doelgroepen
Samen met de gemeente Heemskerk en maatschappelijke partners is er in een woonzorgvisie opgesteld en in mei 2025 vastgesteld in de raad voor de huisvesting van speciale doelgroepen waaronder de doelgroep van beschermd wonen, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang, maar ook de groeiende groep ouderen die thuis zorg (gaan) ontvangen. Daarbij is ook, samen met onze maatschappelijke partners van de woonzorgvisie zoals de woningbouwcorporaties, zorginstellingen en zorgaanbieders, een uitvoeringsagenda opgesteld. De uitvoering loopt door in 2026 en 2027.
Opvang en huisvesting van Oekraïense vluchtelingen en asielzoekers
In het kader van de Spreidingswet is aan de gemeente Beverwijk voor het jaar 2025 de volgende taakstelling opgelegd met betrekking tot opvang en huisvesting. Het is niet ondenkbaar dat deze opgave in 2026 verder zal worden verhoogd, mede afhankelijk van landelijke ontwikkelingen:
1.Oekraïense vluchtelingen: 250 opvangplaatsen
2.Asielzoekers: 184 opvangplaatsen
3.Statushouders: 81 huisvestingsplaatsen
4.Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’s): 0 opvangplaatsen
Opvang van Oekraïense vluchtelingen
Als de taakstelling van 250 opvangplaatsen voor Oekraïense vluchtelingen in 2025 niet volledig wordt gehaald, streeft het college ernaar dit in 2026 alsnog te realiseren en de opvang structureel voort te zetten. De opvangregeling geldt zolang de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) van kracht is, plus één jaar. Omdat de RTB loopt tot 4 maart 2027, blijft de financiële ondersteuning beschikbaar tot 4 maart 2028.
Opvang van asielzoekers
In samenwerking met het COA en Business Docks is actief gezocht naar geschikte locaties, waarbij tevens gesprekken zijn gevoerd met eigenaren. Dit is doorgaans een intensief proces dat wordt voortgezet totdat een passende locatie is gevonden.
Huisvesting van statushouders
Als gemeente ontvangen wij jaarlijks een taakstelling. Over het algemeen lopen wij hiermee goed op schema. Eventuele afwijkingen worden tijdig gesignaleerd en opgepakt, waardoor we onze verplichtingen doorgaans binnen de gestelde termijnen nakomen.
Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV's)
Voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV's) geldt in 2025 géén opgave voor de gemeente Beverwijk. Voor 2026 is nog niet bekend of hier wel een opgave voor komt.
